Structuur in het BIM proces
Structuur in het BIM proces
Standaarden maken het mogelijk om op alle mogelijke terreinen succesvol samen te werken. Niet voor niets dus dat standaarden ook veel aandacht hebben gekregen bij de opkomst van het Bouw Informatie Model (BIM). Toenemende BIM-adoptie en een groeiende behoefte aan uniformiteit binnen de bouwsector over de hele wereld hebben geleid tot diverse publieke en particuliere initiatieven. Bijvoorbeeld om bouwbedrijven op één lijn te krijgen bij het beheren van digitale bouwinformatieprocessen.
De voordelen zijn duidelijk: door ervoor te zorgen dat BIM-objecten in 3D-modellen aan bepaalde standaarden voldoen, kunnen bestanden snel en duidelijk door alle partijen worden geïnterpreteerd. Iedereen weet wat er van henzelf én van de andere partijen binnen de keten verwacht mag worden. Bekende normen in Nederland zijn bijvoorbeeld ETIM en ETIM MC (ketenstandaard) en de uniforme GTIN-code, ook wel bekend onder de naam EAN/UPC en uitgegeven door GS1.
Naast geometrische en maatvoeringsgegevens zijn ook de handelsgegevens gestandaardiseerd. Maar daar stopt het niet: het BIM-proces is non-stop in ontwikkeling. Maandelijks en zelfs wekelijks worden er nieuwe gegevens toegevoegd, gevraagd en/of ziet men nieuwe mogelijkheden en toepassingen voor BIM. Niet alleen tijdens de opzet- en ontwerpfase, maar ook in de uitvoering, zoals in de prefab en logistiek. Het BIM-proces blijkt bij uitstek geschikt om gegevens op een gestructureerde manier met elkaar uit te wisselen. Echter, met de populariteit ligt ook wildgroei op de loer. En waar afkortingen een eigen leven zijn gaan leiden, zoals in het geval van Level of Information (LOI) en Level of Detail (LOD), zijn duidelijkheid en het maken van afspraken weer noodzaak. Ook Trimble ziet deze vraag naar duidelijkheid en voert in haar workflow algemeen geaccepteerde standaarden door, zoals de eerder genoemde ETIM-standaard.
Content is ‘key’
Bij de samenwerking in BIM-projecten is een centrale rol weggelegd voor content. Content bevat immers de 'I' in BIM: Informatie. BIM-content is een digitale 3D-weergave van een product, de ‘digital twin’, verrijkt met data zoals grootte, lengte, gewicht en artikelnummer. BIM-content verhoogt daarmee de waarde van een BIM-model in alle projectfasen: het is nuttig voor het ontwerpen, berekenen, bestellen én bouwen van een project. Om er zeker van te zijn dat de content waardevol is voor alle projectpartners, zijn uniformiteit en kwaliteit van groot belang. Vandaar ook het belang van standaardisatie.
Werkprocessen lopen steeds vaker over de landsgrenzen heen en ook BIM stopt niet bij de grens. Immers: door de toenemende globalisering neemt het aantal internationale projecten en teams toe. Bovendien kunnen BIM-objecten en BIM-ervaringen uit het ene land perfect bruikbaar zijn in een ander land. Het feit dat elk land naast de internationaal gemaakte afspraken ook zijn eigen normen en voorschriften heeft, maakt het echter lastig om tot Europese of zelfs wereldwijde BIM-normen te komen. Om BIM internationaal echt succesvol te laten zijn, moeten er dus afspraken worden gemaakt in een taal die iedereen begrijpt. Een uitdaging die verder versneld wordt door de vergaande digitalisering, de groeiende acceptatie van werken in de Cloud en de groeiende mogelijkheden die BIM ons biedt. Ondanks deze uitdagingen worden gelukkig flinke vorderingen gemaakt door de internationale instituten, zoals ISO (International Organization for Standardization), met de normen EN ISO 19650, EN ISO 12006-3:2016 en EN ISO 16757.
BIM over grenzen heen
Door het adopteren van internationale standaarden (van o.a. ISO, CEN en ETIM) is de content van bijvoorbeeld MEPcontent.com universeel toepasbaar in alle BIM-ontwerpen. Bovendien is door het toepassen van standaarden de uitwisselbaarheid geborgd. Inmiddels omvat de bibliotheek meer dan 8 miljoen componenten van meer dan 5.000 fabrikanten. Waar MEPcontent.com de toegang biedt voor de engineer die content nodig heeft voor zijn of haar ontwerpen, is er ook heel veel content beschikbaar in de ‘standaard’ Trimble software, zoals Stabicad for Revit of Trimble Nova. De content die wordt aangeboden via het Trimble platform (voor SysQue, Tekla, SketchUp, Stabicad en Nova, maar ook voor het verdere proces) staat garant voor content van hoge kwaliteit. Data zoals parametrische gegevens, handelsdata, gebruiksvoorschriften, installatiehandleidingen en natuurlijk geometrische informatie vormen gezamenlijk de ‘Informatie’. Zowel fabrikanten als engineers kunnen hiervan profiteren, wat leidt tot een zo goed mogelijke samenwerking. De ‘I’ van BIM komt hiermee in theorie volledig tot zijn recht.
Door aan te sluiten bij internationale, platformonafhankelijke standaarden die voldoen aan de behoefte aan hoge kwaliteit en uniforme content, zoals ETIM, ISO, VDI en COBie en door tegelijkertijd adaptief te zijn voor nationale of zelfs lokale normen, zoals de Duitse VDI 3805 en Italiaanse UNI 11337, faciliteert Trimble een flexibele en gegarandeerde uitwisseling van gegevens. Voor het interne proces en om te kunnen voldoen aan de ISO 9001 gebruikt Trimble onder andere de Extended MEPcontent Standard (EMCS). Niet alleen omdat deze standaard beschrijft hóe de BIM-objecten zijn opgebouwd, maar ook omdat dit document in projecten over de hele wereld gebruikt kan worden. MEP-engineers hebben zo toegang tot hoogwaardige én uniforme content, waardoor efficiënt samengewerkt kan worden in wereldwijde BIM-projecten.
Winst = opbrengst minus kosten
Het woord ‘ketenstandaard’ zegt het al: standaardisatie heeft zijn optimale effect als de hele keten meewerkt. Een ketting is echter slechts zo sterk als zijn zwakste schakel. De vraag rijst dan ook hoe de hele keten – zeker op internationale schaal – meegenomen kan worden. Want hier is nog een wereld te winnen, zeker met het oog op de toekomst. Een van de sleutels tot succes is het feit dat uitwisselbaarheid en standaardisatie kostenbesparend werken. Standaarden kunnen absoluut helpen om fouten en (faal)kosten te voorkomen. Neem als voorbeeld het order- en bestelproces: nadat de calculatie een opgave heeft gemaakt en het werk is gegund, begint het werkelijke proces. Hoe efficiënt kunnen we de opmaak doen? Welke producten zijn nodig? En hoe loopt het bestelproces? Door hier afspraken over te maken en door standaarden toe te passen, zal het proces efficiënter verlopen. Er ontstaat meer duidelijkheid, mits iedereen meedoet. Inclusief de fabrikant en groothandel. Een voorbeeld: wanneer er een kabel met een kabeldraagsysteem wordt uitgezet door de engineering, met een totale benodigde kabellengte van 500 meter, dan is de vraag: hoe bestellen we bij een bepaalde fabrikant de benodigde kabellengte? Is de levereenheid standaard 1 x 500 meter op rol of moet je 500 x 1 meter bestellen. Bij een luchtverdeelunit zijn met restrictieringen de benodigde debieten in te stellen. Maar zijn deze ringen standaard onderdeel van de unit of moeten deze los worden besteld? Bestel- en levereenheden moeten goed zijn afgestemd. Fabrikanten kunnen niet langer leunen op hun groothandels en vice versa, als het gaat om het uniform presenteren van producten en bestelinformatie in catalogi en op portals.
Controle blijft nodig
Zolang niet de hele keten hetzelfde denkt over standaardisatie en standaarden, is er (te)veel ruimte voor miscommunicatie. En dat terwijl iedereen uiteindelijk hetzelfde wil: een optimale afstemming om kosten te besparen en zeker faalkosten te vermijden. Maar ook: een efficiënter werkproces. Daarom wordt al jaren ingezet op een verdergaande automatisering binnen het gehele bouwproces. En dat kan ook, want zodra de engineer de wensen en eisen eenmaal goed in het systeem heeft gezet, is er veel voordeel te behalen. Bijvoorbeeld door het automatisch genereren van bestellijsten op basis van het ontwerp en door elektronisch te bestellen. Betekent dit dan dat de mens buitenspel wordt gezet? Zeker niet. Want een menselijke controle van de ontworpen en bestelde componenten blijft (voorlopig) wenselijk. Sterker nog: hoe meer er gestandaardiseerd wordt, hoe meer de creativiteit van de mens nodig is.